Nestmogelijkheden
Neststenen voor gierzwaluwen:
Gierzwaluwneststenen voor verborgen inbouw worden ingemetseld in de spouw en verdwijnen achter een laag geschifte gevelstenen. Alleen een kleine invliegopening in de gevel is zichtbaar:
- een sparing in het metselwerk van 50 x 50 mm
- een geboorde cirkel van Ø 50 mm
- een liggende rechthoek, uitgeslepen van 70 mm breed en 35 mm hoog
Dit type neststeen is zeer geschikt om in monumenten aan te brengen.
Bij de neststenen voor zichtbare inbouw valt de voorzijde gelijk met de gevelstenen. De voorzijde is standaard voorzien van de juiste invliegopening. Blinde , monotone zijkanten van gebouwen, vaak op het noorden georiënteerd, vormen de ideale gevels voor gierzwaluwbroedplaatsen. Decoratief ingemetselde neststenen kunnen deze gevels een extra nuttige functie en een architectonische meerwaarde geven.
Geïntegreerde nestgelegenheid
Van geïntegreerde nestgelegenheid is sprake als loze ruimten van gebouwen toegankelijk worden gemaakt als broedholten. Als deze ruimten veilig en groot genoeg zijn en niet te warm worden, kan men op een eenvoudige goedkope manier nestplaatsen maken.
In feite is dit de oervorm van nestelen in gebouwen: loze ruimten die door de vogels bij toeval worden ontdekt en bezet. Het verschil is dat de loze ruimten nu bewust toegankelijk worden gemaakt.
Architecten kunnen bij het ontwerpen van gebouwen ruimten speciaal inrichten als gierzwaluwbroedplaats. Dat kan zo gebeuren dat behalve de kleine invliegopening de broedruimte zelf niet zichtbaar is. Door ritmisch aangebrachte invliegopeningen in siermetselwerk of speklaag kan een gevel een architectonische meerwaarde krijgen. Invliegopeningen kunnen ook van ornamenten worden voorzien. Blinde, eentonige zijkanten van huizenrijen en gebouwen, vaak gelegen op het noorden, kunnen hierdoor een aantrekkelijker aanzicht en extra functie krijgen.
Gierzwaluw – Dakpannen
Hoewel zo’n 25 jaar geleden de gierzwaluwpannen in zwang raakten is het niet meer aan te raden deze op grote schaal toe te passen.
Jonge gierzwaluwen worden geboren in juni en vliegen pas tussen eind juli en eind augustus uit. Ze verblijven dus tijdens hoog zomer in de broedruimten. Metingen tonen aan dat de temperatuur onder pannen van geïsoleerde daken op kan lopen tot boven 60°C. Jonge gierzwaluwen gaan dood op het nest bij deze extreme hitte of kruipen naar buiten en dat overleven ze meestal ook niet. De hoge temperaturen in de nesten zijn waarschijnlijk doodsoorzaak nummer één onder jonge gierzwaluwen.
De meeste daken van huizen of gebouwen hebben een te flauwe hellinghoek waardoor het ook op het noorden onder de pannen te warm wordt. Alleen de noordzijde van gebouwen met heel spitse daken, een helling van minimaal 45 graden maar bij voorkeur veel schuiner, komen nog voor gierzwaluwdakpannen in aanmerking.
Gierzwaluwpannen verschaffen gierzwaluwen toegang tot de ruimte onder de pannen. Het zijn dakpannen die aan de bovenzijde voorzien zijn van een cilindervormige koepel, de neus. Die neus heeft aan de voorzijde een invliegopening op gierzwaluwmaat van ongeveer 70mm breed en 35mm hoog. In het midden van de pan, onder de neus,bevindt zich een grote, veel bredere doorgang. Via deze doorgang bereikt de gierzwaluw de ruimte tussen de pannen en het dakbeschot. De gierzwaluwpan is dus slechts de toegang tot die ruimte. Het eigenlijke nest maakt de gierzwaluw op enige afstand van de gierzwaluwpan ergens op het dakbeschot in de kruising van panlat en daktengel.
Gierzwaluw – Nestkasten
Gierzwaluwen broeden ook in nestkasten. De vorm en de maten van de nestkast moeten zijn aangepast aan de lichaamsbouw en de broedeisen van de gierzwaluw. Gierzwaluwnestkasten zijn kant en klaar te koop in een aantal verschillende modellen. Er zijn ook gedetailleerde bouwtekeningen met beschrijving van nestkasten beschikbaar om ze zelf te maken. Ieder model kast heeft een eigen toepassing.
Een goede nestkast voor gierzwaluwen:
- heeft een minimum bodemoppervlak van 150 x 250 mm
- heeft een minimale hoogte van 130 mm
- heeft een invliegopening maximaal 20 mm boven de bodem van de nestkast
- heeft een invliegopening in de juiste maat: rond 50 mm, vierkant 50 x 50 mm, liggend ovaal of rechthoekig van 70 mm breed en 35 mm hoog.
- hangt het best onder overstekende dakranden en goten
- hangt op een hoogte van minimaal 3 meter
- heeft een vrije aan-en afvliegroute
- blijft in de schaduw tussen 9.00 –19.00uur
Enkele bekende en succesvolle nestkast modellen zijn:
Geluksbrenger:
En misschien was het ook uit dierenliefde dat men plaats maakte voor gierzwaluwen. Door de eeuwen heen en over de hele wereld werden en worden zwaluwen gezien als geluksbrengers.
Na de lange, donkere winter van koude, ziekten en voedselschaarste, betekende de terugkeer van de zwaluwen het begin van betere tijden, de zomer kwam er aan…..Boeren koesterden hun zwaluwnesten want broedende zwaluwen ‘garandeerden’ gezond vee en overvloedige oogst.
In Husum, Duitsland, luidde de burgemeester de kerkklok als de eerste zwaluw arriveerde en in Nepal worden nissen voor gierzwaluwen in de huizen van jong-gehuwden aangebracht, zodat zij verzekerd zijn van een lang en gelukkig leven.