Over de gierzwaluw

De Gierzwaluw (APUS APUS)

De zwart-bruine gierzwaluw (Apus apus) wordt ook wel de “100-dagen-vogel”genoemd omdat hij jaarlijks slechts zo’n 100 dagen in ons land verblijft (van eind april tot begin augustus). De rest van het jaar huist de gierzwaluw in Afrika.

De drie maanden per jaar die de vogel in Nederland doorbrengt zijn essentieel voor zijn voortbestaan, daar hij in deze periode broedt en jongen grootbrengt.

Het vrouwtje legt in mei 2 tot 3 eitjes die na 19 – 20 dagen uitkomen.

Normaal blijven de jonge vogeltjes ± 40 dagen op het nest. Na het verlaten van het nest vliegen ze direct naar de overwinteringsgebieden in Afrika.

Ze zullen pas na enige jaren weer landen, als zij zelf gaan nestelen.

Gierzwaluwen zijn 17 – 18,5 centimeter lang, hebben een spanwijdte van 40 tot 44 centimeter en wegen gemiddeld 45 gram.

De gierzwaluw brengt vrijwel zijn hele leven vliegend door. Eten, drinken, paren en zelfs slapen – het gebeurt allemaal in de lucht. Bij het vliegen kunnen snelheden van 120 kilometer per uur bereikt worden!

De gierzwaluw behoort niet tot de zwaluwenfamilie, maar tot een aparte groep, de Apodidae (“poten ontberende”). Dit laatste klopt niet, want hij heeft wel degelijk kleine, bevederde pootjes met vier naar voren gerichte scherpe nagels. Hiermee kan hij zich vastgrijpen aan muren of dakranden. Echt lopen, van de grond opvliegen of zitten, zoals de “echte” zwaluwen (boerenzwaluw, huiszwaluw en oeverzwaluw) doen, kan de gierzwaluw niet.

Het is een bijzonder nuttige vogel die zich voedt met allerlei soorten insecten, bladluizen en spinnetjes. Een gierzwaluwgezin kan per dag meer dan 20.000 insecten verorberen!

De gierzwaluw is niet alleen bijzonder maar ook kwetsbaar. Dit alles heeft te maken met zijn broedgewoonten. De gierzwaluw is van oorsprong een rotsbewoner die nesten maakte in kieren en spleten van rotswanden en kliffen. In de loop van de eeuwen werd hij een stadbewoner, die gebouwen als broedplaats ging gebruiken. Hierbij maakte hij gebruik van bestaande onvolkomenheden van gebouwen, zoals kapotte dakpannen, losgeraakte loodslabben, gaten in muren en achter en onder dakgoten en boeidelen.

Om een nestplaats te zoeken kan hij niet zoals bijvoorbeeld een spreeuw of mus hippend over het dak een opening ontdekken en voorzichtig naar binnen gaan, om te zien of de plek goed en veilig is. Een gierzwaluw moet vliegend een nestgelegenheid zoeken en er met grote snelheid naar binnen gaan.

De gierzwaluw wordt in zijn voortbestaan bedreigd door de geleidelijke verdwijning van geschikte broedgelegenheden. Oude gebouwen worden gesloopt of gerenoveerd, gaten en spleten in muren worden gedicht, scheefliggende pannen worden vervangen, etcetera.

Deze werkzaamheden worden zelfs – uit onwetendheid – uitgevoerd tijdens de broedperiode!

Dit is verboden, daar de gierzwaluw een beschermde vogel is.

De gierzwaluw is zeer “honkvast” en keert elk jaar terug naar hetzelfde nest. Indien dit – bijvoorbeeld door sloop of ingrijpende renovatie – verdwenen is , betekent dit een ramp voor de vogel. Niet in staat zich snel aan de nieuwe situatie aan te passen blijft hij op de plek rondvliegen waar zijn nest zich eens bevond. Er gaan soms jaren overheen voor zo’n ontheemde vogel weer tot broeden komt. Ook dit vormt een bedreiging voor het voortbestaan van de gierzwaluw. In nieuwbouwwijken tenslotte hebben de vogels door de veelal toegepaste bouwstijl zonder inhammen en uitsteeksels en de gebruikte materialen zoals glaspuien en betonelementen ook nauwelijks de kans om geschikte broedplaatsen te vinden. Op deze manier bestaat het gevaar dat deze boeiende en nuttige vogel uit het stadsbeeld verdwijnt.

Inrichten nieuwe nestelmogelijkheden (bij nieuwbouw en verbouwing):

Het is gebleken dat gierzwaluwen met succes gebruik maken van kunstnesten. Door gebouwen van deze speciale nestvoorziening te voorzien, kunnen we deze vogels behouden in onze dorpen en steden.

Er zijn 3 soorten kunstnesten. De keuze zal worden bepaald door de mogelijkheden en de architectuur van het gebouw. Duurzame nestgelegenheid heeft de voorkeur. In volgorde van duurzaamheid zijn er verschillende soorten kunstnesten.

*** Neststenen (meest duurzaam!!)
*** Geïntegreerde nestgelegenheid
*** Gierzwaluw – Nestkasten

!!! Tot slot het toepassen van “speciale dakpannen” wordt ten sterkste afgeraden. Het plaatsen van deze pannen is zo specifiek. Daarnaast wordt het onder de dakpannen gewoon veel te heet!!.